Er worden steeds meer elektrische auto’s verkocht. En hoewel het in vergelijking met het volledige wagenpark nog maar om een bescheiden aandeel gaat, heeft die ontwikkeling een niet te onderschatten impact op het verdienmodel van partijen binnen de autobranche. Kortom: reuring in de automotivebranche.
Zo op het eerste gezicht lijkt de automotivebranche flink in de lift te zitten. Uit cijfers van het CBS bleek namelijk dat de verkoop van auto’s en aanverwante diensten in het tweede kwartaal met maar liefst 33,7 procent is gegroeid ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. ‘Maar let op: die verkoopcijfers zijn geen goede reflectie van de huidige situatie’, benadrukt Geert Brummelhuis van brancheorganisatie BOVAG. ‘Het gaat voor een groot deel om wat wij backorders noemen. Vanwege logistieke problemen en een schaarste aan materialen konden veel auto’s die vorig jaar al verkocht waren pas dit jaar geleverd worden.’
Nog gewoon in een dip
Om een wat reëler plaatje te schetsen pakt Brummelhuis de prognoses van BOVAG erbij. ‘Naar verwachting worden er dit jaar ruim 360.000 auto’s verkocht. En dat is historisch laag. Ter vergelijking: voor corona lag dat cijfer boven de 400.000. We zitten momenteel dus nog gewoon in een dip.’
In de BOVAG-prognose staat ook dat dit jaar naar verwachting ongeveer dertig procent van de nieuw verkochte auto’s uit volledig elektrische exemplaren zal bestaan. ‘Daarbij is het lastig om te voorspellen hoe die verkoop zich de komende jaren gaat ontwikkelen. Dat hangt ook af van de belasting- en stimuleringsregels, waarbij het plaatje er voor wat betreft elektrische auto’s de komende jaren onzeker is, misschien zelfs ongunstiger doordat de vrijstelling op motorrijtuigenbelasting (MRB) vooralsnog in 2026 vervalt.’
Businessmodel op z’n kop
Ondertussen zijn autodealers al wel volop bezig om hun verdienmodel aan te passen. En daar zijn meerdere redenen voor, ziet Brummelhuis: ‘Om te beginnen hebben elektrische auto’s minder onderhoud nodig, wat grote gevolgen heeft voor de inkomsten van de werkplaatsen. Daarnaast zie je dat verschillende fabrikanten ertoe overgaan om hun auto’s zelf (online) te gaan verkopen en ook zelf het klantencontact hebben. Daarbij maken ze volop gebruik van de mogelijkheden die de digitalisering biedt. Op die manier spelen ze in op het gemak dat steeds meer klanten zoeken, waarbij digitalisering vanuit kostenoogpunt ook heel interessant is. Je krijgt dan situaties waarbij de importeur of fabrikant de showroom van de autodealer gaat huren. En de voorraad staat dan niet meer bij de dealer op de balans, maar bij de importeur. De autodealer maakt dan zelf geen winst meer uit de verkoop van een auto, maar krijgt bij de verkoop een fee voor de bemiddeling. Dat zet het businessmodel volledig op z’n kop.’
Strategische keuzes maken
Veel autodealers kiezen voor schaalvergroting en het verbreden van hun activiteiten. ‘Die strategie zien ze als de beste weg voorwaarts. En die schaalvergroting is al langer duidelijk zichtbaar’, zegt Brummelhuis. ‘Daarbij is het zaak om de kosten goed in de hand te houden en om de bezetting op peil te houden. Vooral dat laatste is gezien de personeelsschaarste een uitdaging. Maar de grootste uitdaging is toch wel de timing. Elke autodealer bevindt zich in een andere situatie. Dat betekent dus ook dat elk bedrijf zijn eigen specifieke keuzes te maken heeft. Waar kan ik nog een rol spelen? Wil ik daar nog wel een rol in spelen? Ga ik een vestiging sluiten en wanneer? Zal ik een ander bedrijf overnemen of is het verstandiger om mijn bedrijf te verkopen, en wanneer is dat het beste moment?’
Het is duidelijk dat we straks, gezien de ontwikkelingen binnen deze branche, het aantal vestigingen moeten terugbrengen.
– Harald Vols, manager Finance & Control bij Vallei Auto Groep.
Praktijkvoorbeeld van een overname
Er speelt dus veel binnen de automotivebranche, waarbij een verkeerde timing echt grote gevolgen kan hebben. Maar er zijn ook partijen die dat spel juist goed weten te spelen. Zo besloot het management van Vallei Auto Groep in 2021 dat de tijd was aangebroken om mee te gaan in de schaalvergroting. Dat resulteerde in november van dat jaar in een overname van autobedrijf Zijm. Harald Vols, voorheen werkzaam bij Zijm, werd de manager Finance & Control van het door de overname flink gegroeide autobedrijf. ‘We hebben op dit moment elf vestigingen, maar daarbij is al wel duidelijk dat we straks, gezien de ontwikkelingen binnen deze branche, het aantal vestigingen zullen moeten terugbrengen. Dat komt vooral door de opkomst van elektrische auto’s en het feit dat die veel minder onderhoud nodig hebben dan een brandstofauto.’
Interessante vragen
Wat wel bijzonder is: het toekomstplaatje dat Vols schetst, lijkt op dit moment niet overeen te komen met de dagelijkse realiteit waar Vallei Auto Groep in het heden mee te maken heeft. Daar kunnen de vestigingen het werk momenteel met de huidige bezetting nog maar net aan, waarbij de roep om extra personeel overal luid en duidelijk klinkt. ‘Dit is nu dus niet bepaald het moment om af te gaan schalen’, zegt hij ten overvloede. ‘Maar op een gegeven moment gaat die tijd wel aanbreken. En hoe gaan we dat dan doen? Gaan we naar één of twee heel grote vestigingen in het rayon? Zo ja, dan moeten we daar al in een vroegtijdig stadium rekening mee gaan houden, ook met het oog op de huurcontracten van de panden van onze huidige vestigingen. Want anders krijgen we straks met dubbele lasten te maken. Dat zijn allemaal interessante vragen met uitdagende financiële aspecten.’